Interview Danielle van Helden
Danielle van Helden
V – Voorstelronde: Wie ben jij?
Ik ben Danielle van Helden, 46 jaar, werk als communicatieadviseur bij een organisatie voor mensen met een beperking en woon met mijn man, puberdochter en hond Max in Utrecht. In mijn vrije tijd vind je me in de moestuin of gaan we eropuit met de camper. O, en ik ben altijd aan het schrijven. Mijn eerste feelgood Het begint met een geheim is afgelopen jaar uitgekomen. Binnenkort verschijnt een novelle en mijn tweede boek volgt in het najaar van 2023.
A – Al lang bezig met schrijven?
Ja zeker! Zolang ik me kan herinneren ben ik dol op verhalen. Als kind had ik maar liefst twee bibliotheekpassen, schreef gedichtjes en liedjes en, oké, ik durf het hier wel te zeggen, tijdens mijn middelbare schooljaren schreef ik samen met een vriendinnetje gênante zwijmelverhalen, die we met rode oortjes aan elkaar uitwisselden in de pauzes.
Ik heb een tijd columns over opvoeden en over moestuinieren geschreven en volgde jaren geleden een cursus creatief schrijven. Al na de eerste les besloot ik: Ik ga een boek schrijven. Vrij eigenwijs misschien en ik heb me geregeld afgevraagd waar ik mee bezig was. Maar toen ik kort daarna een schrijfwedstrijd won en later ook nog met een kortverhaal in de Romcomnibus stond, ging het snel. Inmiddels heb ik, naast mijn werk, twee vaste dagen in de week om te schrijven.
L – Lees je zelf graag en zo ja: wat is je lievelingsboek?
O, er zijn zoveel geweldige schrijvers! Ik lees van alles, niet alleen feelgood, ook thrillers en fantasy. Sophia Kinsella vind ik toch wel de koningin van de humor. Ik weet nog precies wanneer ik haar eerste boek las. Ik was net bevallen van mijn dochter en de hormonen gierden nog door mijn lijf. Van mijn man kreeg ik Shopaholic cadeau. Zo’n luchtig en vlot geschreven verhaal, met een hoofdpersoon waarmee ik me kon identificeren en tegelijkertijd kon denken; zó erg is het bij mij in ieder geval gelukkig niet. Beste cadeau ever op dat moment!
E – Eigen inzicht hoe je verhaal loopt of schrijf je volgens een boekplan?
Ik weet bij de start van een nieuw verhaal meestal in grote lijnen waar het heen moet gaan en hoe het ongeveer moet eindigen, maar alles van tevoren vastleggen, dat lukt me niet. En wil ik eigenlijk ook niet, de verrassendste wendingen komen vaak tijdens het schrijven zelf.
N – Nawoord na je laatste hoofdstuk of is klaar ook echt klaar?
Geen nawoord. Wel een dankwoord. Waar zou ik zijn zonder de steun van mijn gezin, proeflezers, meedenkers en het team van uitgeverij Luitingh Sijthoff.
T – Tenenkrommend woord? Wat is jouw taalergernis?
Dat mensen soms me boek schrijven in plaats van mijn boek. Maar waar ik écht niet aan kan wennen is de term: De leven. Schijnbaar is dat helemaal hip? Ik ben misschien een muts, maar daarvan lopen de rillingen echt over mijn rug.
I – Inspiratie? Komt het vanzelf of moet je er echt voor gaan zitten?
Het klinkt vast cliché, maar het kan echt overal vandaan komen. Mijn mobiel staat vol met aantekeningen, mooie zinnen en nieuwe ideeën. Het begint met een geheim is ontstaan doordat ik plots vol op mijn rem moest trappen omdat er een spelend kind tussen twee auto’s door de straat oprende. Nog natrillend van schrik kon ik alleen maar denken: Eén seconde later en het was misgegaan. Dan had ik dat kind onder mijn auto gehad. Het zal je toch gebeuren. En hoe moet je dat ooit goedmaken? Die vraag liet me niet meer los en gaandeweg groeide dat uit tot een verhaal.
J – Je kunt me hiervoor wakker maken: waarmee staan we dan naast je bed?
Chocolade. En als Gaston met een vette cheque voor de deur blijkt te staan doe ik ook zeker open!
N – Nacht of dag? Wanneer ben jij op je best en schrijf je het lekkerst?
Overdag. Ik droom van een eigen schrijfplek. Nu schrijf ik meestal in plaatselijke cafeetjes. Het geroezemoes om me heen, daar ga ik best lekker op, beter dan met muziek aan of in totale stilte.
P – Probeer je weleens een ander genre te schrijven?
Op dit moment niet. Maar wie weet, ooit een YA of historische roman? Of eens een boek met een andere auteur samen schrijven…
R – Reisdoel van je dromen: waar gaat de reis naartoe?
Een half jaar rondreizen met mijn gezin in onze camper. Dat staat wel hoog op het verlanglijstje.
I – Instinkers, welke woorden schrijf je hoe dan ook de eerste keer verkeerd?
Ik ben uit de tijd van de cassettebandjes en knikkeren op het schoolplein en nog steeds moet ik nadenken over: jou of jouw en d, t of dt’s. Hoe hardleers kan een mens zijn? 🤓
J – Januari of juli? Ben je een zomer- of wintermens? Of juist een lente- of herfsttype?
Heel duidelijk een lentetype! Het moment dat je weer zonder jas naar buiten kunt. Dat de dagen langer worden. De moestuin vol met groenten, de camper uit de stalling. Zalig! O, en de eerste keer weer buiten in de tuin ontbijten of lunchen. Ik kan niet wachten tot het zover is.
S – Slechte eigenschap?
Ongeduldig zijn 😀 En ik ben behoorlijk perfectionistisch en streng op mezelf. Het zit me soms in de weg, maar ja, het maakt wel dat ik aan de slag ben gegaan met mijn droom om auteur te worden.