Jet Nijland
V – Voorstelronde: wie ben jij?
Ik ben Jet Nijland, 43 jaar en ik woon met mijn man en kat Maus in een dorpje vlakbij Leiden. Ik heb Zwaluwdans geschreven en in april dit jaar verschijnt er een tweede historische feelgood van mijn hand. Deze zomer komt het eerste deel van een feelgood trilogie uit. Naast het schrijven werk ik op een ministerie. In mijn vrije tijd spreek ik graag af met vriendinnen, kijk ik sport (het liefste gevaarlijke sporten zoals Formule 1, wielrennen en rugby – geen idee waarom, misschien is het compensatie gedrag voor alle romantische verhalen ;)), beoefen ik yoga (zelf ben ik niet zo’n daredevil) en lees ik veel.
A – Allang bezig met schrijven?
Het begon met een dagboek waar ik al mijn verliefdheden aan toevertrouwde. Die schrijfsels waren behoorlijk plastisch (het smaakte naar sigaretten en zijn tong bewoog te snel over mijn eerste zoen) en mijn korte romances eindigden vaak in tranen. Ik was niet zo populair bij het andere geslacht, haha. Na mijn studie hield ik een tijd een blog bij over mijn toenmalige vrijgezellen bestaan. Maar tijdens een vakantie in Sevilla ontstond ineens het verhaalidee van Zwaluwdans. Na ruim tien jaar ploeteren was het af en kreeg ik een boekcontract. Inmiddels gaat het schrijven van boeken gelukkig wat sneller.
L – Lees je zelf graag en zo ja: wat is je lievelingsboek?
Ja, ik lees ontzettend graag. Een favoriet boek kan ik niet bedenken, maar mijn lievelings genre is historische romantiek. Ik ben gek op de historische verhalen van Aline van Wijnen en de boeken van Lucinda Riley, Corina Bomann en Diney Costeloe vind ik stuk voor stuk prachtig.
E – Eigen inzicht hoe je verhaal loopt of schrijf je volgens een boekplan?
Wat ik van het schrijven aan Zwaluwdans geleerd heb is dat ik een plotter ben. Als ik dat verhaalidee van te voren goed uitgewerkt had, dan was het boek eerder klaar geweest. Nu stippel ik de verhaallijn van te voren in grote lijnen uit voordat ik ga schrijven. Natuurlijk is er dan nog ruimte voor creativiteit en soms nemen de personages ook wel een loopje met me. Maar het geeft wel focus en dat helpt. Ik ga mijzelf niet nogmaals kwellen door ruim tien jaar over een boek te doen.
N – Nawoord na je laatste hoofdstuk of is klaar ook echt klaar?
Zwaluwdans heeft helaas geen nawoord, maar ik heb iedereen die me geholpen heeft met het verhaal persoonlijk bedankt. In mijn volgende boek zit wel een nawoord en zelfs een verantwoording over de historische setting.
T – Tenenkrommend woord? Wat is jouw taalergernis?
Literair. Ik erger me aan de gevestigde boekenorde waar neerbuigend gedaan wordt over het romantische genre. Waarom mogen onze boeken niet op de leeslijst? Ze zijn fijn, ontroerend en zitten boordevol levenslessen (en mijn boeken ook nog eens met historische feitjes).
I – Inspiratie? Komt het vanzelf of moet je er echt voor gaan zitten?
Soms wil ik mijn inspiratieknop wel even uit zetten. Ik heb namelijk meer boek ideeën dan tijd om al die verhalen op te schrijven. Tegelijkertijd vind ik het heerlijk dat ik altijd wel inspiratie heb. Het overvalt me ook vaak. Dan loop ik in de stad en bevind ik me ineens in de middeleeuwen en zie ik een romantisch tafereel voor me. Als het echt een tof idee is, dan schrijf ik het snel op in een notitieboekje. Maar vaak schud ik even met mijn hoofd en ga ik verder met waar ik mee bezig was, zoals mijn fiets van het slot halen ofzo.
J – Je kunt me hier voor wakker maken: waarmee staan we dan naast je bed?
Doe maar gewoon niet. Ik ben erg gesteld op mijn nachtrust.
N – Nacht of dag? Wanneer ben jij op je best en schrijf je het lekkerst?
Ik kan alle momenten van de dag schrijven. ‘ s Nachts slaap ik het liefste (zie vorige vraag). Als ik helemaal in de flow zit vind ik het wel eens moeilijk om te stoppen en dan kan ik wel eens te laat naar bed gaan.
P – Probeer je weleens een ander genre te schrijven?
Laatst volgde ik een introductie freewriting. Wat er toen op papier verscheen had niks met romantiek te maken en had zelfs horror elementen. Toen ik het teruglas moest ik heel hard lachen.
R – Reisdoel van je dromen: waar gaat de reis naartoe?
Samen met mijn man heb ik al veel reizen mogen maken. Ik zou graag nog eens terug gaan naar Australië. Het is zo’n heerlijk relaxed en wijds land. Maar Schotland vond ik ook heel fijn, daar zou ik best een periode willen wonen (en dan in een huisje in de bergen een boek willen schrijven).
I – Instinkers, welke woorden schrijf je hoe dan ook de eerste keer verkeerd?
De d’s en t’s wissel ik regelmatig om. Soms verhaspel ik ook spreekwoorden. Gelukkig heb ik scherpe proeflezers en een redacteur.
J – Januari of juli? Ben je een zomer- of wintermens? Of juist een lente- of herfsttype?
In de zomer heb ik het meeste energie en ik hou van de kleuren in de lente (bloemen!). Maar de herfst en winter vind ik weer erg knus en gezellig. Kortom: ik kan niet kiezen!
S – Slechtste eigenschap?
Ik hou misschien wel iets teveel van structuur om een creatief beroep uit te oefenen. Van onverwachte gebeurtenissen raak ik van slag. Dat ik een verhaal om moet gooien omdat er iets niet klopt, vind ik meestal dus niet leuk. Het klinkt behoorlijk schizofreen, maar ben wel eens boos geweest op een personage omdat ze plotseling iets totaal anders deed dan ik voor ogen had. Maar dat is ook eigenlijk wel de schoonheid van het schrijven. Dat er op papier dingen gebeuren die je niet in de hand hebt.