Interview Luc Vos
Luc Vos
- Stel jezelf voor in 5 woorden en je mag deze kort toelichten.
Creatief
- Ik ben altijd met iets bezig in mijn hoofd. Ideeën voor korte en lange verhalen of gedichten, nieuwe plots of verhalen waar ik mee bezig ben, malen haast onafgebroken door mijn hoofd. Onderweg in de auto, tijdens het hardlopen, maar ook in bed blijven ideeën komen (tot wanhoop van mijn vrouw soms als ik in het midden van de nacht opsta om iets neer te schrijven dat door mijn hoofd draait.) Ik denk niet dat ik langer dan een uur – tenminste als ik niet intensief met iets anders bezig ben – niet aan een verhaal denk.
Rusteloos
- Dit sluit aan bij het bovenstaande. Ik kan heel moeilijk niets doen. Ofwel werk ik, sport ik, wandel ik met onze Max (Jack Russel) of ben ik aan het schrijven. Ook onderweg tijdens het wandelen ontstaan veel verhalen, soms ultra korte verhalen die klaar zijn tegen dat de wandeling voltooid is, soms ideeën voor langere verhalen, of die plottwist of dat einde dat maar niet wou landen.
Optimist
- Elke mens is van nature goed, dat geloof ik stellig. Als ze slecht zijn, is daar een reden voor (meestal in hun verleden) En de zon schijnt altijd. (ook al zie je ze niet). Wat niet wil zeggen dat ik altijd blij en opgewekt ben, maar ik geloof stellig dat alles goed komt en dat we moeten geloven dat slechte dingen beter worden. Niet dat ik naïef ben, ik ben realistisch genoeg om te beseffen dat er ook echt problemen zijn, maar ik wil geloven dat er hoop is. Zonder hoop is er niets meer.
Humor
- Lachen is levensnoodzakelijk om te overleven. Ook als het moeilijk gaat. Humor helpt om dingen te verwerken en om lastige dagen verteerbaar te maken. Wat niet wil zeggen dat mijn humor altijd goed is, mijn huisgenoten lusten mijn flauwe moppen niet altijd, net zomin als mijn collega’s, toch blijf ik volhouden tot ze lachen. En dat lukt meestal wel.
Softy
- Een ‘blèter’ zeggen ze bij ons. Er is niet veel nodig om een traantje uit mijn ogen te jagen, miserie van anderen kan mij bijzonder hard raken en ook al schrijf ik vaak harde verhalen, ikzelf ben soft. Ik probeer me altijd te verplaatsen in de ander, te begrijpen waarom iemand iets doet (soms teveel) en kan me daardoor zeer moeilijk hard opstellen tegenover anderen. Dat is niet altijd goed, maar liever een softy dan een smeerlap.
- Kun je vertellen hoe en wanneer jij bent begonnen met schrijven?
Dat is dit jaar twintig jaar geleden. Het volgde na een periode waarin ik bijzonder veel werkte, meer dan twaalf uur per dag, toen een reorganisatie, met risico om ontslagen te worden, daar plots een rem opzette en mij deed beseffen dat het allemaal niet zo zinvol was. Alles wat ik tot dan deed kon van de ene dag op de andere gedaan zijn. (wat niet gebeurde, ik werd niet ontslagen, maar werkte toch minder nadien)
En dus stopte ik met elke avond te werken en moest ik op zoek naar een andere hobby (naast meer tijd voor mijn familie). Zoals eerder gezegd, stilzitten staat niet in mijn agenda, dus zette ik mij op een avond voor mijn pc en vloeiden de eerste woorden van ‘Meriumbe, de vlucht van het Heilig Vuur,’ mijn eerste boek dat in 2003 het levenslicht zag (bij uitgeverij Kramat) naar het virtuele papier. Ik herinner me nog dat ik die avond later dan anders kwam slapen en mijn vrouw mij vroeg of er iets scheelde. Ik antwoordde ‘ik ben een boek aan het schrijven.’ Ze draaide even met haar ogen en keerde zich om, maar het was dus echt. Mijn eerste manuscript zag het daglicht, een fantasy verhaal, en werd het jaar nadien bij Kramat uitgegeven.
- Heb je bijzondere gewoontes voor tijdens het schrijven?
Niet speciaal, soms schrijf ik in stilte, als mijn vrouw tv kijkt (ik schrijf in de woonkamer) luister ik naar muziek en drink ik veel koffie (soms ook iets anders, maar dan merk ik bij de verbeterronde dat dit invloed heeft op de kwaliteit 😉 )
- Hoe ziet jouw meest romantische moment eruit?
Gewoon niet te gek doen, zoals op 1 januari van dit jaar met mijn vrouw te voet naar Scherpenheuvel gaan. (een lokale bedevaart, al gaan we daar niet op bedevaart, maar gewoon voor de wandeling). Op die 1e januari, samen manoeuvreren langs overstroomde wandelpaden en na alle omwegen meer dan 25 kilometer gewandeld te hebben door verlaten velden, onderweg de restjes van oudejaar eten, praten over alles en nog wat en bij aankomst een lekkere koffie drinken, is gewoon zalig.
- Welk genre boeken lees jij graag?
Ik heb een vrij brede smaak, voornamelijk thrillers, maar ook romans, sci-fi, fantasy. In mijn jeugd verslond ik zowat elk boek uit de lokale bibliotheek, de tijd om veel te lezen ontbreekt me dezer dagen, maar toch is er niet één genre dat ik graag lees. Het moet gewoon een goed geschreven verhaal zijn, spannend (wat een roman ook kan zijn, er moeten geen doden vallen) en met veel emoties (mijn softy kant)
- Heb je wel eens met een wedstrijd meegedaan?
Ik denk dat ‘wel eens’ een understatement is en een bevestiging is van mijn creatieve en rusteloze geest 🙂 Ik doe al een aantal jaren mee met schrijfwedstrijden, maar vanaf 2019 is het ‘ontploft’. Toen werden twee verhalen opgenomen in ‘Nachtwakers’ (Godijn), en in 2020 won ik twee wedstrijden: ‘Zwarte Sneeuw’ (Godijn) met ‘Noorderlichtvrouw’ en de Zomerwedstrijd van Schrijfjuffers en Bibliotheek Veluwezoom met ‘Elk boek heeft zijn verhaal.’ In dat jaar volgden nog twee bundels en vanaf toen … wel, toen ontspoorde het helemaal 🙂
In 2021 werden ongeveer 60 van mijn verhalen en gedichten (ultrakorte verhalen, kortverhalen, gedichten, haiku’s, …) gepubliceerd of genomineerd. Niet alles haalde het tot een boek, maar 14 verhalen verschenen in 12 boeken.
In 2022 staat de teller van publicaties en nominaties voorlopig op 25 (eind april) en is het aantal gekende publicaties (nog niet allemaal verschenen) 20 verhalen, gedichten en haiku’s in 14 boeken. (Ik mag dus helemaal niet klagen 🙂 ). Er volgt dit jaar nog meer heel mooi nieuws, maar daarover later meer.
Er zijn uiteraard ook heel wat wedstrijden waar ik de finale niet haal, maar dat geeft niet, het leert me ook heel veel over waar het mis ging, wat er beter kan en ik leerde bijzonder veel door aan al deze wedstrijden deel te nemen.
Je naam op de longlist, shortlist of podiumplaatsen zien verschijnen en het boek in je handen houden met je eigen verhaal in, klaar om gelezen te worden door andere mensen, is gewoon superleuk!
- Zijn er tips die je mee wilt geven aan de mensen die meegedaan hebben met de schrijfwedstrijd?
- Als je niet wint of bij de gepubliceerden bent, laat je daardoor zeker niet ontmoedigen, maar neem je verhaal opnieuw ter hand en vraag je af waarom het niet bij de winnaars zat. Was het begin goed? Was het spannend, was de opbouw en het einde genoeg om de lezer de hele tijd vast te houden? Was het goed geschreven? Mooie zinnen? Niet te lang?
- Schrijven is ‘ne stiel’ zoals ze in Vlaanderen zeggen. Natuurlijk zijn aanleg en talent belangrijk, maar het is ook een kwestie van oefenen en blijven schaven. Als ik mijn verhalen van vijf jaar geleden vergelijk met vandaag, zie ik een enorme evolutie, die ook vertaald wordt in de resultaten. Hard werken loont en geef niet op, maar blijf volhouden en zoek mensen die je verhaal kritisch willen lezen. Niet enkel taalkundig, maar ook verhaaltechnisch. Opbouw, logica, gaten, spanning, emotie. En vooral: blijven doen.
- Wees ook kieskeurig in waar je aan meedoet. Veel schrijven is belangrijk, maar probeer het genre te vinden dat je ligt. Niet alles ligt iedereen even goed en dat is perfect oké, dus probeer je ‘dada’ te vinden en focus je daarop. Iets schrijven waar je totaal geen voeling mee hebt (essays in mijn geval) heeft geen zin. Wat niet wil zeggen dat je niet af en toe iets moet proberen, maar als duidelijk is dat het jou niet ligt, doe het dan niet.
- Schrijfwedstrijden met een juryrapport zijn wel altijd zeer fijn, ook al haal je geen podiumplaats, maar de feedback is zeer waardevol.
- Wil je nog iets vertellen aan de lezers?
Zoals hierboven gezegd: als je graag schrijft of het wil proberen: gewoon doen en blijven schrijven. Het is zo bijzonder leuk om nieuwe mensen te schapen, werelden te creëren, nieuwe vrienden te maken (of mensen te ontmoeten die je niet kan verdragen.) Een verhaal zien ontstaan, een plot zien ontplooien en op het einde vaststellen dat wat daar staat door jou geschreven is en eigenlijk best goed is, is superleuk. Zoals mijn eerste uitgever tegen mij zei toen mijn eerste boek af was: ‘Dit heb jij geschapen. Deze mensen bestonden eerst niet, nu wel.’
Als je inspiratie zoekt: alles is inspiratie. Heel vaak hoor ik één zin of zie ik iets en is dat het begin van een verhaal of gedicht. Sta open voor wat je ziet en hoort.
- Welke vraag zou jij aan jouw favoriete auteur willen stellen? Aan wie zou dat zijn?
Stephen King, zonder twijfel.
‘Wat doe jij als je vastzit met een plot? Als je zoveel schreef als jij, hoe blijf je nieuwe invalshoeken vinden, nieuwe plotwendingen en hoe voorkom je dat je in herhaling valt?’