Marijke Vos
V – Voorstelronde: wie ben jij?
Ik ben Marijke Vos, moeder van Pippa (1,5 jaar), sinds kort verloofd (jeej) en auteur van (historische) feelgood romans bij Harper Collins. Je kent me wellicht van romans als Ik pleit voor jou, Wedden dat ik blijf en Eens in je leven of mijn recentelijke historische Ridgewood Hall trilogie. Naast auteur ben ik schrijfdocent bij de Online Schrijfschool en vertaal ik soms romans van Engels naar Nederlands. Naast boeken en lezen, hou ik ook erg van concerten, festivals, wijn en lekker uit eten gaan.
A – Allang bezig met schrijven?
Vroeger schreef ik wel korte verhaaltjes, maar in mijn beleving zit er daarna een heel gat tussen dát en het moment dat ik met bloggen begon, toen ik begin twintig was. Ik ging vooral luchtige humoristische blogs schrijven als tegenhanger van mijn werk destijds in een psychiatrische kliniek. Ik won een blogwedstrijd van Life & Cooking en mocht stukjes schrijven op hun website. Toen kreeg ik de smaak te pakken en dacht: eens kijken of ik ook een boek kan schrijven. Toen ik in de finale kwam van de schrijfwedstrijd van Chicklit.nl in 2015 is het balletje gaan rollen…
L – Lees je zelf graag en zo ja: wat is je lievelingsboek?
Ja, dat herinner ik me dus wél van kinds af aan. Altijd lezen, vaak naar de bibliotheek. Ik deed vroeger ook altijd mee met de kinderjury. Mijn eerste “volwassen” boeken waren de romans van Virginia Andrews, die heb ik werkelijk allemaal verslonden, wat een magie stralen die verhalen uit. Ik vond het heerlijk. Nu lees ik niet zo veel als ik zou willen, maar nog altijd zo’n vijfentwintig boeken per jaar. Voornamelijk feelgood, historisch, YA en fantasy. Pfff, een lievelingsboek kiezen is lastig. Bij elke stemming past weer iets anders en soms komen er ook weer parels bij. Een van mijn ultieme favorieten is wel de Reiziger-serie van Diana Gabaldon. Die boeken hebben alles: avontuur, liefde, historie, intriges, magie… Die kan ik blijven lezen.
E – Eigen inzicht hoe je verhaal loopt of schrijf je volgens een boekplan?
Ik heb meestal wel een aardig idee over hoe iets moet lopen. Met de ruwe lijnen van het verhaal op papier ga ik schrijven. Dan is er genoeg ruimte voor zijwegen, creatieve ideeën of eigenwijze personages. Als ik vastloop, weet ik dat ik niet goed genoeg heb nagedacht over hoe het verhaal moet lopen. Dan ga ik terug naar de tekentafel en ga ik weer plotten met wat ik op dat moment heb.
N – Nawoord na je laatste hoofdstuk of is klaar ook echt klaar?
Ik schrijft eigenlijk nagenoeg altijd wel een nawoord, met name omdat je een boek nooit alleen schrijft. Natuurlijk, het idee komt uit mijn hoofd, maar ik heb (meestal) proeflezers, hulp bij research, een fijne redacteur en bij de uitgever nog een heel team dat meehelpt om de beste versie van het verhaal uiteindelijk in de winkel te leggen. Ik vind het belangrijk om die mensen ook altijd even in het zonnetje te zetten.
T – Tenenkrommend woord? Wat is jouw taalergernis?
Me zus. Me huis. Me boek. VRESELIJK. Ophouden. Nu.
I – Inspiratie? Komt het vanzelf of moet je er echt voor gaan zitten?
Volgens mij komt inspiratie vanzelf en overal vandaan en moet je vervolgens gaan zitten om er iets mee te doen. Mensen die gaan wachten tot ze inspiratie hebben om te gaan schrijven, doen iets verkeerd. Je kunt overal in het leven inspiratie vinden. Een mooie afbeelding, een ontroerend liedje, een vrolijk gesprek met een vriendin, de sfeer in een serie die je graag kijkt. Inspiratie is OVERAL. Om het vervolgens uit te werken tot een daadwerkelijk boek, dat is gewoon hard werken 😉
J – Je kunt me hier voor wakker maken: waarmee staan we dan naast je bed?
Voor iemand die het liefste de klok rond slaapt, is wakker maken echt geen goed idee. Als we op vakantie gaan of iets dergelijks en daarom vroeg op moeten, praat mijn vriend het eerste uur niet tegen me. Maar goed, ben je een daredevil en wil je het toch proberen? Dan zou ik iets van sushi of chips meenemen. Dan kan ik je het misschien iets sneller vergeven.
N – Nacht of dag? Wanneer ben jij op je best en schrijf je het lekkerst?
Gezien mijn vorige antwoord is het geen verrassing dat ik overdag op mijn best ben. Ik heb best bewondering voor schrijvers die de hele nacht doorgaan. Ik moet er niet aan denken! Ik ga het liefste vroeg naar bed en ben in de avond dan ook echt niet meer op mijn scherpst. Ik heb gelukkig de luxe dat ik voortaan overdag kan schrijven.
P – Probeer je weleens een ander genre te schrijven?
Ik heb afgelopen jaar de Ridgewood Hall trilogie geschreven, voor het eerst een historische trilogie. Dat was echt even wennen – veel minder grapjes! – maar ik ben erg trots op het eindresultaat en de recensies zijn lovend. Dat zal dus niet de laatste keer zijn geweest. Een kinderboek schrijven en zelf illustreren staat nog hoog op mijn wensenlijst. En als ik écht een keer héél iets anders wil doen, wil ik graag een echte goede fantasy schrijven. Zelf zo’n hele wereld creëren lijkt me fantastisch (en veel werk!)
R – Reisdoel van je dromen: waar gaat de reis naartoe?
Oeeeeh, ik heb het geluk dat ik al een aantal mooie reizen heb gemaakt, o.a. naar Zuid Amerika en Azië. Op dit moment staan Australië en het midden van Noord-Amerika hoog op mijn wenslijst.
I – Instinkers, welke woorden schrijf je hoe dan ook de eerste keer verkeerd?
Fauteuil. Niet te doen. Tegenwoordig spel ik het in mijn hoofd altijd als ‘foute uil’ en dan lukt het me soms. Wat is dat dan ook voor gek woord?
Daarnaast sta ik erom bekend dat ik soms Brabantse woorden of uitdrukkingen in mijn manuscript fiets, die mijn redacteur er dan weer uitvist met de woorden “Wat bedoel je hier in hemelsnaam?” En dan kom ik er dan dus pas achter dat het geen ABN is.
J – Januari of juli? Ben je een zomer- of wintermens? Of juist een lente- of herfsttype?
Doe me dan maar juli. Ik ben toch op mijn best als het lekker weer is: lekker buiten in de zon op het terras of met vrienden op een festival. Ik hou niet van kou en kan dan ook gruwelijk chagrijnig worden van kou, regen én wind. Wind is echt stom.
S – Slechtste eigenschap?
Men zegt dat ik heel eigenwijs ben, maar ik vind dat dat wel meevalt 😉