Marlies Kruijer
V – Voorstelronde: wie ben jij?
Mijn naam is Marlies Kruijer. Ik heb in 2021 een boek uitgegeven: de historische roman ‘De kracht van Amélie’
A – Allang bezig met schrijven?
Ik schrijf al vanaf een jaar of 10. Als kind schreef ik een vervolgverhaal. Zo ben ik altijd doorgegaan met schrijven: verhalen, gedichten en toneelstukken. En de laatste tijd schrijf ik romans. Ik ben bezig met mijn tweede roman.
L – Lees je zelf graag en zo ja: wat is je lievelingsboek?
Ja, ik lees erg graag. Het is een soort verslaving. Als ik geen nieuwe boeken tot mijn beschikking heb, voel ik mij erg ongelukkig. Lievelingsboek: In de ban van de ring.
E – Eigen inzicht hoe je verhaal loopt of schrijf je volgens een boekplan?
Als ik ga zitten schrijven, begint het verhaal te stromen. Ik zie dan alles in gedachten gebeuren. Na verloop van tijd zie ik de lijn van het verhaal en schrijf dan een samenvatting.
N – Nawoord na je laatste hoofdstuk of is klaar ook echt klaar?
Een nawoord vind ik wel mooi. Daarin kan je de mensen bedanken, die je geholpen hebben bij het proces.
T – Tenenkrommend woord? Wat is jouw taalergernis?
In het algemeen erger ik mij aan taalfouten. Verder heb ik een grote hekel aan de term ‘Must haves’. Dat zou verboden moeten worden.
I – Inspiratie? Komt het vanzelf of moet je er echt voor gaan zitten?
Inspiratie voor verhaallijnen krijg ik meestal onder het wandelen. Als ik ga zitten schrijven, gaat het trouwens ook stromen.
J – Je kunt me hier voor wakker maken: waarmee staan we dan naast je bed?
Nergens voor. Laat me maar slapen.
N – Nacht of dag? Wanneer ben jij op je best en schrijf je het lekkerst?
’s Middags en ’s avonds schrijf ik het lekkerst. ’s Morgens heb ik vaak het idee dat ik iets ‘nuttigs’ moet doen.
P – Probeer je weleens een ander genre te schrijven?
Ik probeer wel eens een kort verhaal te schrijven. Maar dat wordt steeds te lang. Verder schrijf ik af en toe gedichten.
R – Reisdoel van je dromen: waar gaat de reis naartoe?
Reisdoelen van mijn dromen zijn alle landen, waar ik nog niet ben geweest. Het leven is te kort om die allemaal te bereiken.
I – Instinkers, welke woorden schrijf je hoe dan ook de eerste keer verkeerd?
Zou ik niet weten. Ik heb wel woorden, die ik te vaak gebruik. Die schrap ik, wanneer ik mijn teksten nalees.
J – Januari of juli? Ben je een zomer- of wintermens? Of juist een lente- of herfsttype?
Ik ben een zomer- en wintermens. De lente en herfst hoeven van mij niet. Geef mij maar lange zomers met zon en warmte en winters met sneeuw en ijs.
S – Slechtste eigenschap?
Anderen zeggen tegen mij dat ik een perfectionist ben. Naarmate ik ouder wordt, besef ik steeds meer dat ze gelijk hebben.