Mienke Fijen
V – Voorstelronde: wie ben jij?
Ik ben Mienke Fijen, feelgood auteur van Naar de Noorderzon en Vluchtgedrag uit de tweedelige serie Weg van jou. Met mijn man en twee heerlijke puber kids ben ik woonachtig in het leuke Brabantse dorp Loon op Zand. Ja, ja, vlak bij de Efteling. Daar heb ik ook jarenlang een bijbaantje gehad. Ik heb gestudeerd aan de Hotelschool en ben daarna de arbeidsbemiddeling in gerold. Ik werk nog altijd 3,5 dag per week. Naast het werken en schrijven heb ik nog een aantal hobby’s waar ik veel energie uit haal. Koken is al zolang ik me kan herinneren een liefhebberij waar ik naast mezelf, mijn directe omgeving een groot plezier mee doe. Natuurfotografie is een hobby van de laatste jaren. Zeker nadat ik een ‘echte’ camera had aangeschaft. Daarnaast zijn wandelen met muziek in mijn oren en lezen heerlijke bezigheden.
A – Allang bezig met schrijven?
Ja en nee. Toen ik jong was schreef ik veel. Opstellen en werkstukken voor school, dagboeken vol drama en ellelange brieven aan vriendinnen en regelmatig aan een leuke jongen. Toen de kinderen klein waren begon de schrijfkriebel weer te komen. Verder tot wat notities met ideeën kwam het toen niet. Toen we met ons gezin in 2019 onze zomervakantie in Noorwegen doorbrachten is er een zaadje geplant. Bij thuiskomst groeide dat uit tot Naar de Noorderzon. Nu is schrijven weer een vaste waarde in mijn leven en dat voelt enorm goed. Nadat ik vorig jaar derde werd bij de schrijfwedstrijd van de Valentijnprijs, kwam ik in contact met Zomer & Keuning en inmiddels heb ik een auteurscontract op zak voor de feelgoodroman waar ik momenteel aan schrijf. Ik ga nu alleen verklappen dat deze in het voorjaar van 2024 zal verschijnen en dat ik er met een glimlach op mijn gezicht aan werk.
L – Lees je zelf graag en zo ja: wat is je lievelingsboek?
Ik lees ontzettend graag. Ook hier heb ik de laatste jaren weer meer tijd voor vrij kunnen maken. Ik ben dol op meeslepende romantische verhalen die me helemaal meevoeren naar andere landen of leuke, gekke en ontroerende situaties in eigen land. Heel af en toe lees ik een thriller tussendoor. Bijna alle boeken van Nederlandse auteurs. Wat hebben we een talent in eigen land. In mijn jeugd las ik boeken als de GVR, Mathilda, De heksen, Otje, Ronja de roversdochter en De kleine kapitein. De soms wat sadistische humor van Roald Dahl sprak me enorm aan.
E – Eigen inzicht hoe je verhaal loopt of schrijf je volgens een boekplan?
Naar de Noorderzon en Vluchtgedrag heb ik volledig naar eigen inzicht geschreven met hulp van waardevolle proeflezers. Pas daarna zijn mijn vorige uitgever en ik gaan nadenken over een titel en de cover. Voor mijn nieuwe feelgood heb ik een beknopt boekidee aangeleverd bij de uitgever en na goedkeuring kon ik aan de slag. De titel is al afgetikt en ook de eerste opzet voor de cover heb ik al mogen zien. Een nieuwe manier van werken voor mij, maar ook dat ligt me, merk ik. Ik heb het verhaal grofweg in mijn hoofd en er is genoeg ruimte voor creativiteit. En die cover, die wordt zo ontzettend mooi…
N – Nawoord na je laatste hoofdstuk of is klaar ook echt klaar?
Ik vind het leuk om de lezer kort mee te nemen in het proces dat ik doorlopen heb tijdens het schrijven van het boek en natuurlijk de mensen te bedanken die het mede mogelijk gemaakt hebben. Een verhaal schrijven doe je in principe alleen, maar je kunt niet zonder kritische proeflezers en deskundigen die je raadpleegt om het kloppend te krijgen.
T – Tenenkrommend woord? Wat is jouw taalergernis?
Ik heb wel een aantal zogenaamde ‘jeukwoorden’, maar gelukkig kom ik die in de boeken die ik lees zelden tegen.
I – Inspiratie? Komt het vanzelf of moet je er echt voor gaan zitten?
Inspiratie is overal te vinden. Vaak in dagelijkse situaties. Wanneer ik iets zie of hoor waar ik later iets mee denk te kunnen, dan verdwijnt dat direct als een notitie in mijn telefoon. De ideeën komen bij mij vanzelf opborrelen wanneer ik zit te schrijven. Ook tijdens het herschrijven komen er nog altijd leuke nieuwigheidjes bovendrijven die ik dan nog verwerk om het verhaal verder in te kleuren.
J – Je kunt me hier voor wakker maken: waarmee staan we dan naast je bed?
Toffifee.
N – Nacht of dag? Wanneer ben jij op je best en schrijf je het lekkerst?
Gewoon overdag. ’s Nachts wil ik heerlijk kunnen dromen.
P – Probeer je weleens een ander genre te schrijven?
Dat heb ik nog niet geprobeerd. Voorlopig kan ik mijn ei prima kwijt in de romantiek.
R – Reisdoel van je dromen: waar gaat de reis naartoe?
IJsland, de Faeröer eilanden en Nieuw-Zeeland staan hoog op mijn lijstje. Van rauwe natuur en veel groen word ik enorm gelukkig.
I – Instinkers, welke woorden schrijf je hoe dan ook de eerste keer verkeerd?
Niet een woord in het bijzonder, maar wanneer ik een woord eenmaal verkeerd tik, is de kans groot dat ik dat woord de hele dag verkeerd blijf schrijven.
J – Januari of juli? Ben je een zomer- of wintermens? Of juist een lente- of herfsttype?
Zonder twijfel is de herfst mijn favoriete seizoen. De prachtige kleuren in de natuur, de stoofpotten, wijntje erbij, gezelligheid… Moet ik nog doorgaan?
S – Slechtste eigenschap?
Ik ben zo ontzettend A-sportief.