Sandra van Bergen
V – Voorstelronde: wie ben jij?
Mijn meisjesnaam is Sandra van Bergen, ik ben getrouwd met Frans van Bommel en ik schrijf al twintig jaar fulltime onder de naam Sandra Berg. Na zestien jaar in Zweden te hebben gewoond, wonen we nu weer in Nederland. Uiteindelijk worden we een dagje ouder -ik ben 62 jaar- en wilden we toch weer graag in de buurt van onze familie, kinderen en kleinkinderen wonen. Want hoe mooi je ook woont… uiteindelijk zijn de mensen die je lief zijn het allerbelangrijkste.
Ik ben natuurlijk niet altijd schrijfster geweest, al bombardeerde ik mijn leerkrachten en moeder graag met verhaaltjes, maar begon pas echt met schrijven op latere leeftijd en eerst vooral naast mijn werk en mijn toen nog jonge kinderen. Voor die tijd heb ik een keur van opleidingen gevolgd omdat ik nu eenmaal erg veel interessant vind, van dierenverzorging tot Psychologie bij de Open Universiteit (nee, niet afgerond), en net zo veel verschillende beroepen uitgevoerd. Dat, en mijn brede interesse, komt mij wel goed van pas bij het schrijven.
A – Allang bezig met schrijven?
Ja, dus. Ik denk in het totaal een jaar of 25, maar pas 20 jaar fulltime.
L – Lees je zelf graag en zo ja: wat is je lievelingsboek?
Ik lees heel graag en ik lees ook veel verschillende genres, al laat ik Science fiction en al te zoete romans graag aan mij voorbij gaan. Mijn voorkeur gaat echter uit naar echt goed geschreven romans die je raken (maar geen tranentrekkers) en cosy crime.
E – Eigen inzicht hoe je verhaal loopt of schrijf je volgens een boekplan?
Ik begin altijd met een idee en ga daarmee brainstormen totdat ik weet wat ik wil vertellen. Vervolgens maak ik dus inderdaad een plan, een schema dat de rode draad van het boek vormt, en daar houd ik mij redelijk goed aan, hoewel ik er zeker zo nu en dan van afwijk en nogal eens wat zijpaadjes bewandel.
N – Nawoord na je laatste hoofdstuk of is klaar ook echt klaar?
Klaar is klaar. Vrijwel nooit een nawoord, met uitzondering van de boeken die ik voor een goed doel schreef. In die boeken geef ik daar een korte uitleg over.
T – Tenenkrommend woord? Wat is jouw taalergernis?
Het verkeerd gebruiken van het woordje ‘me’, zoals in ‘me fiets’ , ‘me kind,’ etc. Daar gaan mijn tenen echt spontaan van krom staan.
I – Inspiratie? Komt het vanzelf of moet je er echt voor gaan zitten?
Soms komt het vanzelf, maar veel vaker moet ik ernaar op zoek gaan. Uiteindelijk heb ik mijn verplichtingen naar de uitgevers toe en kan ik niet lekker vrij nemen totdat het vanzelf komt met het risico dat ik twee maanden later veel gezellige dingen heb gedaan, maar nog geen letter op papier heb staan.
J – Je kunt me hier voor wakker maken: waarmee staan we dan naast je bed?
Met een leuke vakantie.
N – Nacht of dag? Wanneer ben jij op je best en schrijf je het lekkerst?
Zonder enige twijfel ‘s morgens.
P – Probeer je weleens een ander genre te schrijven?
Sterker nog, dat heb ik ook gedaan. Naast de romans heb ik 3 thrillers geschreven, een fantasy, een jeugd/fantasy en een kinderboek.
In de toekomst wil ik misschien nog wel een keer een cosy crime schrijven.
R – Reisdoel van je dromen: waar gaat de reis naartoe?
Ik heb niet echt een heel specifiek reisdoel van mijn dromen, maar wil wel nog graag een keer naar Schotland en Frankrijk. Ik hoef niet meer zo ver weg, eigenlijk, en reis niet zo graag met het vliegtuig. De trein daarentegen vind ik wel fijn, al valt dat tegenwoordig ook een beetje tegen gezien de problemen met dienstregeling, de hoge prijzen en overvolle treinen.
I – Instinkers, welke woorden schrijf je hoe dan ook de eerste keer verkeerd?
Ach… ik schrijf regelmatig woorden die je zelden gebruikt, en nog meer plaatsnamen e.d. verkeerd. Lang leve spellingscontrole.
J – Januari of juli? Ben je een zomer- of wintermens? Of juist een lente- of herfsttype?
Vooral een lentetype, hoewel ik aan geen enkel seizoen een hekel hebt. Ieder seizoen heeft zijn charme. Gladheid daarentegen vind ik niet prettig.
S – Slechtste eigenschap?
Misschien dat ik teveel interesses heb en als ik iets lees of hoor, meteen het naadje van de kous wil weten of er iets mee wil doen, waardoor ik de neiging heb om te veel hooi op de vork te nemen. De laatste tijd heb ik er echter de rem op gezet en dat was ook echt nodig.