Wendy Brokers
V – Voorstelronde: wie ben jij?
Ik ben Wendy, getrouwd met Raymond, moeder van Dion, Jessy, Cailyn, Mayra & Brenna, kattenmama van Indy, Cooper & Murphy, bazin van de konijnenzusjes Woezel & Pip, verpleegkundige Neonatologie Geboortezorg én auteur. Ik ben geboren in Utrecht, maar woon al meer dan dertig jaar in Lopik.
A – Al lang bezig met schrijven?
Vanaf mijn tienerleeftijd. Het is maar goed dat niet veel mensen mijn eerste schrijfsels onder ogen hebben gehad. Na jaren voor mezelf en een handjevol familie en vrienden te hebben geschreven (dat ging dan via de mail of het werd ze uitgeprint in handen gedrukt), heb ik de stap gezet en meegedaan aan mijn eerste schrijfwedstrijd met een kort en autobiografisch verhaal over mijn in 2010 aan Alzheimer overleden moeder. Dat kwam in een bundel en dat smaakte weer naar meer.
L – Lees je zelf graag en zo ja: wat is je lievelingsboek?
Als kind heb ik boeken verslonden. Dan lagen er hele stapels van een serie (bijv. De Vijf en dan stiekem een crush hebben op Julian, de oudste van het stel!) op het hoektafeltje naast de bank en las ik ze achter elkaar door. Ik kon me totaal verliezen in een boek en hoorde of merkte niets van wat er om me heen gebeurde. Nog een reden om de ontlezing onder de jeugd enorm te betreuren. Ze missen daarin zo veel. ‘Een boek is Netflix in je hoofd’, zei ik ooit tegen een klas tijdens een workshop. Je kunt je de meewarige blikken voorstellen…
Mijn lievelingsboek is geen leeskost voor iedereen: De stoel van God, geschreven door kinderlongarts Paul Brand. Het gaat over een jongen met cystic fibrosis (taaislijmziekte) en het vraagstuk euthanasie/wilsonbekwaamheid op jonge leeftijd. Tranentrekkend en een must read voor iedere kinder- of neonatologieverpleegkundige, kinderarts (al dan niet in opleiding) of voor ouders of familie die een jong familielid hebben verloren.
E – Eigen inzicht hoe je verhaal loopt of schrijf je volgens een boekplan?
Ik heb een begin, een midden en een eind en voor de rest laat ik me compleet verrassen, zoals ik ook de lezers hoop te verrassen. Meestal vlieg ik daardoor gigantisch uit de bocht met het woordenaantal en schrijf ik dus dikke boeken, ondanks schrappen.
N – Nawoord na je laatste hoofdstuk of is klaar ook echt klaar?
Ik heb twee series geschreven en het fijne daaraan is dat je ‘oude’ personages nog kunt laten opdraven zodat lezers zien hoe het met ze gaat. Je moet daarbij wel rekening houden dat je voor de ontwikkeling van je hoofdpersonages ook genoeg ruimte overlaat. Sommige van mijn boeken hebben een epiloog, maar soms is het ook fijn om het aan de fantasie van de lezer over te laten wat er in de toekomst gaat gebeuren.
Ik zie het altijd als een enorm compliment als er wordt gevraagd hoe het verdergaat met de personages. Dat bevestigt dat de door mij verzonnen personages ook voor de lezer tot leven zijn gekomen en niet alleen voor mij.
Vrijwel al mijn boeken hebben wel een dankwoord omdat ik het fijn vind om stil te staan bij de hulp die ik heb gekregen of om het schrijfproces te verduidelijken.
T – Tenenkrommend woord? Wat is jouw taalergernis?
Verpleegster! Aaahhh, totale error in mijn hoofd. Het is al sinds halverwege de jaren ’60 verpleegkundige (en dat geeft ook de kundigheid van dit mooie vak weer) en ik stoor me er meer dan mateloos aan als het in een boek weer verkeerd staat. Ik vraag me dan ook af of de redacteur/corrector heeft zitten slapen tijdens dat proces van een boek.
We hebben in Nederland alleen verpleegkundigen (m/v) en geen verplegers of verpleegsters meer.
Volgens mij vinden mensen me zwaar irritant als ik het verbeter of ze erop wijs, maar ‘verpleegster’ voelt als een schop tegen mijn verpleegkundige schenen.
I – Inspiratie? Komt het vanzelf of moet je er echt voor gaan zitten?
Inspiratie komt overal en nergens vandaan. Een liedje, een toevallig opgevangen gesprek, een foto of een bewegend beeld. Dat kan tijdens een vakantie zijn, thuis op de bank met een boek, op de fiets naar de supermarkt, op mijn werk als ik een baby zijn of haar voeding geef, als ik sta te koken of achter mijn laptop als ik iets schrijf en mijn brein weer eens een heel andere kant opgaat. Inspiratie is overal.
J – Je kunt me hiervoor wakker maken: waarmee staan we dan naast je bed?
Ik ben geen fantastische slaper en als ik wakker word dan duurt het meestal lang voor ik weer in slaap sukkel. Dus liever niet, maar als er iets met mijn kinderen of familie aan de hand is: wek me dan zeker.
Heb je de mededeling dat er een boek van mij wordt verfilmd of dat een boek van mij in de bestsellerlijst staat? Dan maak ik ook graag een uitzondering.
Ik ben dol op pure chocola met noten, maar leg die maar zachtjes op mijn nachtkastje neer en sluip weer op je tenen weg bij mijn bed. Dan vind ik die reep morgenochtend wel.
N – Nacht of dag? Wanneer ben jij op je best en schrijf je het lekkerst?
Einde van de avond/’s nachts. Als het rustig is en iedereen slaapt of naar bed gaat.
P – Probeer je weleens een ander genre te schrijven?
Ik heb een Young Adult geschreven en een kinderboek is ook wel een wens. Verder is er, behalve een heel aantal feelgoods, een vierdelige New Adultserie van mij uitgekomen in ’21-‘22.
R – Reisdoel van je dromen: waar gaat de reis naartoe?
We zijn als gezin afgelopen jaar naar Canada geweest. In één woord: fenomenaal! Drie weken hadden drie maanden mogen zijn. Daar waren alleen mijn baas en mijn creditcard het niet mee eens.
Canada staat dus hoog op ons lijstje om nog eens te bezoeken. Maar dat geldt ook voor Schotland, Ierland en Noorwegen.
I – Instinkers, welke woorden schrijf je hoe dan ook de eerste keer verkeerd?
Woorden waarvan ik twijfel of ik ze aan elkaar of los moet schrijven. Of waarbij ik moet nadenken waar in het woord een accent grave of aigu of een trema komt. Het ww creëren is ook zo’n leuke, want bij het vervoegen komt er een ‘e’ bij en verschuift het trema naar de middelste ‘e’ (creëert).
Dus sommige woorden typ ik niet net zo makkelijk als de woorden ‘de’, ‘het’ en ‘een’. Maar gelukkig bestaat er Google, synoniemen.net, werkwoorden vervoegen én spellingscontrole in Word. En anders vist de redacteur of corrector het er wel uit. Dan krijg ik een manuscript terug en krimp ik achter mijn laptop in elkaar omdat ik het met een stomme spellingsfout heb ingeleverd.
J – Januari of juli? Ben je een zomer- of wintermens? Of juist een lente- of herfsttype?
Meer een winter/lentetype. Ik heb niks met extreme warmte en bakken in de felle zon. Dan zit ik echt binnen.
S – Slechtste eigenschap?
Eerlijk tot op het botte af. Ik ben niet altijd even subtiel. Hierbij alvast sorry, maar je weet wel wat je aan me hebt