Yvonne Kersten
V – Voorstelronde: wie ben jij?
Ik ben Yvonne Kersten, 54 jaar, moeder van twee volwassen kinderen. Ik woon in Zoetermeer met mijn man, zoon, schoondochter en onze hond Joep. Mijn oudste is het huis al uit en is een paar jaar geleden verhuisd naar Almelo. Ik heb 20 jaar in het onderwijs gewerkt en 15 jaar een eigen praktijk remedial teaching gedraaid.
A – Allang bezig met schrijven?
Mijn eerste serieuze schrijfsels stammen uit het jaar 2007. Toen heb ik voor het eerst het verhaal opgeschreven dat ik al sinds de middelbare school in mijn hoofd had. Daarna volgden columns en korte verhalen o.a. voor een online magazine en schrijfwedstrijden. In 2014 kwam mijn eerste kinderboek uit en in 2021 mijn eerste roman. Op dit moment zijn nog drie boeken in de maak.
L – Lees je zelf graag en zo ja: wat is je lievelingsboek?
Als kind kon je me altijd vinden op een rustig plekje met een dik boek. De boeken van Thea Beckman en Tonke Dragt heb ik verslonden en staan nog steeds allemaal op een speciaal plekje in mijn boekenkast, Het boek De komst van Joachim stiller van Hubert Lampo, dat ik moest lezen voor mijn lijst op school, vond ik een fascinerend verhaal. Ik houd van magisch realisme, fantasie, maar ook een spannende thriller, of roman vind ik heerlijk.
E – Eigen inzicht hoe je verhaal loopt of schrijf je volgens een boekplan?
Als er een verhaal in mij opkomt, broed ik daar meestal een hele tijd op. Ik noteer kort de verhaallijn, en de karakters van de personages. Zodra ik het gevoel heb dat ik de personages goed ken en de hoofdlijnen van het verhaal in mijn hoofd zitten, begin ik met schrijven. Pas als de eerste versie op papier staat, check ik of het verhaal klopt, schuif ik met gebeurtenissen, werk ik personen verder uit en controleer ik of alle verhaallijntjes netjes zijn afgewerkt. Tijdens het schrijven kan het verhaal nog alle kanten opgaan, alsof de personages zelf invloed hebben op het verhaal. Zo is het soms ook voor mij een verrassing hoe de dingen lopen. De laatste tijd werk ik wel planmatiger, vooral omdat ik merk dat ik goede ideeën vergeet als ik ze niet direct opschrijf.
N – Nawoord na je laatste hoofdstuk of is klaar ook echt klaar?
Een proloog vind ik soms nuttig als opwarmertje voor het verhaal dat gaat komen. Een nawoord voelt voor mij vaak als even snel antwoord geven op opengelaten vragen en dan was je verhaal gewoon nog niet af.
T – Tenenkrommend woord? Wat is jouw taalergernis?
Als in een verhaal vaak dezelfde woorden worden gebruikt, vind ik dat irritant. Ook het langdradig dralen in, en uitkauwen van een situatie vind ik vervelend. Nutteloze dialogen of dialogen waarvan je maar moet gokken wie wat zegt. Vreselijk! Een tenenkrommend woord, daar kom ik niet zo snel op.
I – Inspiratie? Komt het vanzelf of moet je er echt voor gaan zitten?
Meestal komt het vanzelf. Soms zoveel dat ik niet weet waar ik mee moet beginnen. Zo ben ik nu met drie verhalen tegelijk bezig. Als ik vastloop kan ik op deze manier makkelijk switchen van verhaal.
J – Je kunt me hier voor wakker maken: waarmee staan we dan naast je bed?
Mij kan je beter niet midden in de nacht wakker maken. Ben direct een wrak als ik niet voldoende of goed genoeg heb geslapen. Dus niet aan mijn slaapritme komen. Maar, een ontbijtje op bed op een schappelijke tijd is natuurlijk altijd welkom.
N – Nacht of dag? Wanneer ben jij op je best en schrijf je het lekkerst?
Ik heb geen vaste schrijfmomenten op de dag. Ik schrijf het liefst als er helemaal niemand thuis is, of als het stil is. Geen achtergrondgeluiden. Heerlijk. In de praktijk is dat vaak in de ochtend.
P – Probeer je weleens een ander genre te schrijven?
Ik houd ervan om verschillende genres uit te proberen. Ik heb een kinderboek (Ontsnapt) en een roman (Gevoelige snaren) geschreven. Nu ben ik bezig met een psychologisch roman, een romantische thriller en nog een kinderboek.
R – Reisdoel van je dromen: waar gaat de reis naartoe?
Het reisdoel van mijn dromen is IJsland. Het plan was om daarheen te gaan toen mijn man en ik 25 jaar getrouwd waren. Het is er helaas nog niet van gekomen, maar wat in het vat zit verzuurd niet. Verder ben ik verknocht aan Noord-Italië.
I – Instinkers, welke woorden schrijf je hoe dan ook de eerste keer verkeerd?
Instinkers haha. Ik ben dyslectisch. Ik stink overal in. Woorden met een s, c, of z. Woorden met f of v. Woorden met een y of i. IJ of ei? Ik heb er geen beeld bij, ik onthoud het niet. Is er een goede regel voor, dan gaat het prima. Op de rest laat ik de spellingchecker los. O, en vraag me vooral niet om iets in het Engels te schrijven. Dramatisch!
J – Januari of juli? Ben je een zomer- of wintermens? Of juist een lente- of herfsttype?
Ik houd van een winter met vrieskou en blauwe lucht, maar nog meer van de lente en herfst. Zomer is prima, als het niet te heet is.
S – Slechtste eigenschap?
Mijn slechtste eigenschap is denk ik mijn perfectionisme. Dit gaat meestal ten koste van mijzelf. Ik streef altijd naar een 10+. Lukt natuurlijk niet. Het is/ ik ben nooit goed genoeg. Dit zorgt voor stress, over mijn grenzen gaan, of juist ergens helemaal niet aan beginnen.